Transparant

Garagevondst

Het komt nog voor… een oldtimer die jaren in een garage oud staat te worden en dan ineens het daglicht na jaren weer ziet.Dit maal gaat het om een Morris Minor 1000 die een aantal jaren gebruikt is en daarna met 65.000km op de teller in de schuur is gezet om daar de rest van zijn dagen te teren. Op het eerste gezicht was de auto in een slechte staat, maar was nog wel te redden. De jaren in een vochtige garage had de carrosserie geen goed gedaan. Het motortje was zelfs na die jaren stilstaan nog gangbaar. Het leuke aan deze auto is dat deze volledig in Nederland geassembleerd is. Toendertijd waren Engelse auto’s duur in de import dus haalde firma Molenaar de auto’s in onderdelen naar Nederland om ze daarna hier in elkaar te zetten.

Firma Molenaar

Assemblage van Morris, MG en Austin
In 1936 werd de firma J.J. Molenaar uit Amersfoort importeur van Morris. Zij waren al sinds 1933 MG importeur. Na de oorlog wilde de heer Molenaar Morris personenauto’s en trucks in ons land assembleren. In 1949 werd hiermee een begin gemaakt. In Amersfoort was hiervoor geen ruimte en er moest een nieuwe fabriek gebouwd worden. Deze was in 1953 klaar. Tussen 1949 en 1953 vond de assemblage plaats in een fabrieksruimte die gehuurd werd van Ford dealer en carrosseriefabriek Jan Jongerius in Jutphaas bij Utrecht aan het Merwedekanaal. 

In de periode tussen 1949 en 1966 werden er 15.000 Morris Minor en 2500 Morris Oxford geassembleerd. Daarnaast nog een aantal MG’s van het type A en Magnette en Austin A40 Farina. Vanaf 1959 werden er ook 4358 Mini’s in Austin 7 en Morris Mini Minor uitvoering geassembleerd.

In 1961 werd opdracht gegeven voor de bouw van een gespecialiseerde fabriek voor de assemblage van Morris trucks en bestelwagens. Het leveringsprogramma omvatte naast de 750-1000 kg bestelwagens ook zwaardere vrachtwagens voor een nuttig laadvermogen van 1,5 tot 8 ton.

In 1966 werd gestopt met assemblage van personenauto's omdat de aanstaande toetreding van Engeland tot de EEG het niet langer rendabel maakte. De laatste in Nederland gebouwde Morris bedrijfswagen rolde in 1968 van de band.

De restauratie

De grootste klus was de carrosserie. Op heel veel plaatsen zat geen roest meer en zal ook nooit meer roesten. De bodem en de wielkasten waren er slecht aan toe. De rubbers zijn er relatief goed aan toe. Ook de bekleding is nog redelijk. Alle remmen zaten vast en moesten nagekeken worden. Het motortje zag er in eerste instantie redelijk uit. Natuurlijk heeft de koelvloeistof na jaren stilstaan zijn werk gedaan in de waterpomp. Uiteindelijk hebben we de motor volledig opnieuw opgebouwd en de omgebouwd voor loodvrij. Nu loopt het motortje weer als een naaimachine en slaat meteen aan zodra je de sleutel draait.

 

 

 

Transparant